Bewegen tijdens en na borstkanker het verhaal van Brigit
Brigit was, ook voordat er bij haar in 2020 borstkanker werd geconstateerd, al bewust bezig met gezonde voeding en voldoende beweging. Zo at ze vegetarisch en liep ze regelmatig hard. Tijdens haar behandeltraject las ze bij toeval over een leefstijlprogramma dat in samenwerking met het Radboudumc was ontwikkeld. Ze besloot zich aan te melden.
Bij Brigit werd in de zomer van 2020 borstkanker vastgesteld. Brigit: “Vanaf augustus dat jaar kreeg ik elke drie weken een nieuwe chemokuur. In februari 2021 volgde de amputatie van mijn linkerborst. Daarna heb ik nog driekwart jaar injecties gekregen en deed ik tegelijkertijd een anti-hormoonkuur. Vooral van die kuur heb ik enorm veel last gehad. Er zijn vier verschillende medicijnen voor, maar van één werd ik depressief en door de andere drie ervoer ik veel pijnklachten. In 2023 is dit gestopt.”

Brigit: “Een klein rondje lopen of fietsen doet je echt goed”
Leefstijlprogramma
Bij toeval las Brigit in 2022 in een huis-aan-huis-krant in Nijmegen over het leefstijlprogramma ‘Mijn Voeding Leeft’. “Het programma werd aangeboden in samenwerking met het Radboudumc, waar ik ook onder behandeling was. Ik las die oproep en vond het vreemd dat ik daar niet eerder over had gehoord via mijn contactpersonen in het ziekenhuis. Het programma sprak mij aan en ik voldeed aan de voorwaarden: geen chemo en geen operatie meer in het verschiet. Ik meldde me enthousiast aan. Het leefstijlprogramma richt zich op 4 pijlers: beweging, voeding, ontspanning en slaap. Vooral het laatste onderwerp sprak mij enorm aan, want al tijdens de chemo had ik fikse slaapproblemen. Tegen de tijd dat ik met het programma startte had ik al twee jaar slecht geslapen en was ik chronisch moe. Ook nu ben ik nog steeds chronisch moe, al slaap ik wel beter dan destijds. Het is voor veel vrouwen die borstkanker hebben of hebben gehad een bekend probleem.”

Nadat ze zich had aangemeld ging het programma van start met het eerste onderdeel over beweging. “Vanwege corona was er elke twee weken een online bijeenkomst en de eerste drie maanden waren heel intensief. Ik liep, voordat ik borstkanker kreeg, altijd al hard en daar was ik langzaamaan weer mee begonnen. Tijdens het programma pakte ik de draad verder op. Mijn conditie was goed, maar ik begon op beginnersniveau. Ik wilde dat uitbouwen, maar het lukte me maar niet, ik bleef steken. Ook de fysiotherapeut kon niet verklaren waarom dat niet lukte. Via het Marikenhuis in Nijmegen, een inloophuis voor mensen met kanker en hun naasten, kwam ik in contact met Recovery Run. Miranda geeft vanuit die organisatie hardlooples aan mensen met kanker. Daardoor ging het hardlopen steeds beter. Ik ben niet op het oude niveau – en zal dat misschien nooit meer komen – maar ik kan toch 5 tot 10 kilometer hardlopen.”
Doorgeslagen
Tijdens het hardlopen had Brigit geen pijn. “Tijdens de wekelijkse hardlooplessen van Miranda had ik een uur geen pijn. Dat triggerde me om meer hard te lopen. Dat deed ik op een gegeven moment drie keer per week. Daarnaast had ik via het online leefstijlprogramma kennisgemaakt met wandelen. Dat deed ik daarvoor nooit, maar het programma stimuleerde om elke dag een half uur te wandelen. Ik voelde me goed en dacht ‘wat is nu een half uur’ en dus liep ik langer. Door al die inspanning werd ik vermoeider en vermoeider. Ik begreep er niets van, ik was toch zo goed bezig?”
Achteraf weet Brigit: ze holde zichzelf uit door de fanatieke leefstijl. “Ik dacht dat het naweeën van de behandeling waren, maar kon met mijn vragen niet terecht in de drukke online bijeenkomsten. Er was geen ruimte voor persoonlijke begeleiding. In het ziekenhuis voelde ik me niet gehoord. Ik kreeg het gevoel dat het mijn eigen schuld was. Toen we met het tweede deel van het leefstijlprogramma over voeding aan de slag gingen, ging het bergafwaarts. Ook hierin sloeg ik door en ik begon dramatisch af te vallen. Ik hield me heel goed aan het voedingsprogramma en at, zoals altijd al, heel veel groente, maar wel minder koolhydraten. Maar ik dacht: ‘als ik maar heel gezond bezig ben, kan de kanker niet meer terugkomen’. In het ziekenhuis werd ik wel gewezen op het feit dat ik teveel afviel, maar er werd geen hulp aangeboden. Ik had telefonisch contact met een diëtiste, maar na het horen van mijn eetpatroon had die geen toevoegingen. Achteraf denk ik dat het feit dat alles op afstand gebeurde, online en telefonisch, in mijn geval niet werkte. Ik zag dat het leefstijlprogramma voor veel mensen in mijn groep werkte als stok achter de deur, terwijl ik die stok helemaal niet nodig had. Ik had juist een rem nodig en dat werd op afstand niet gezien.”


Inzicht
Hoewel Brigit in eerste instantie dacht vooral lekker fanatiek bezig te zijn, kwam het inzicht wel. “Na verloop van tijd begon ik in de gaten te krijgen dat mijn kleding ruim begon te zitten. Ik leerde tijdens het leefstijlprogramma dat vleesvervangers van bewerkte producten zijn gemaakt en daardoor ongezond. Daarom ging ik meer peulvruchten en bonen eten. En ik koos voor volkoren pasta en zilvervliesrijst.
Doordat mijn voeding veranderde, viel ik ook meer af. Uiteindelijk woog ik nog maar 44 kg. Ik werd door iemand gewezen op de BMI-meter en zag dat mijn gewicht niet in verhouding was met mijn lengte. Volgens deze meter moet ik 47 kg wegen. Ik ben daarom meer volkoren pasta en meer zilvervliesrijst gaan eten en na het hardlopen eet ik, op aanraden van een fysiotherapeut gespecialiseerd in oncologie, nu volle kwark. Dat vind ik heel erg lekker en de eiwitten helpen bij het herstel en de opbouw van spieren. Het is geen toeval dat ik, sinds ik daarmee begonnen ben, weer aankom. Ik weeg nu 47 kg en daar voel ik me goed bij.”
Begeleiding
Inmiddels is Brigit weer begonnen met het opbouwen van haar werkuren. “Vanaf januari ga ik regelmatige diensten draaien, waardoor ik meer structuur in mijn dag heb en op vaste tijden kan slapen en opstaan. Hopelijk gaat dat helpen bij het beter managen van mijn energie. Wat ik vooral uit dit traject heb geleerd is dat beweging en voeding echt bijdragen aan het herstel, maar dat het belangrijk is dat je daarin goed begeleid wordt. Ik had graag door een professional in het ziekenhuis geattendeerd willen worden op het leefstijlprogramma, omdat het me veel heeft gebracht. Zo wandel ik nog steeds elke dag een rondje, maar beperk ik het echt tot een halfuur en dat vind ik heerlijk. En ik denk dat fysieke 1-op-1 begeleiding door een diëtist ervoor hadden kunnen zorgen dat ik niet was doorgeslagen. Dat iemand die meekijkt en meedenkt met als doel je te helpen, ervoor had kunnen zorgen dat ik minder zelf het wiel uit was gaan vinden. Die sturing en hulp zijn, in combinatie met zo’n leefstijlprogramma, heel waardevol.”
Brigit besluit: “Natuurlijk is het niet zo dat kanker wegblijft als je voldoende beweegt en gezond eet, maar het kan er wel aan bijdragen. Ook daarom blijven beweging en voeding een belangrijke plek innemen in mijn leven. Ik zou iedereen met kanker willen aanraden om te blijven bewegen: een klein rondje lopen of fietsen doet je echt goed. En vraag bij de behandelend specialisten of een inloophuis naar een mogelijk leefstijlprogramma in je omgeving, zodat je daaraan deel kunt nemen.”
“Vraag naar een mogelijk leefstijlprogramma in je omgeving, zodat je daaraan deel kunt nemen”
Het Nationaal Fonds Tegen Kanker vindt het belangrijk dat er binnen de zorg leefstijlprogramma’s worden aangeboden aan mensen met kanker, als onderdeel van het behandeltraject. In deze leefstijlprogramma’s komen onder andere voeding en beweging aan bod, waarvan bewezen is dat het een positieve invloed heeft tijdens en na de behandeling van kanker. Help ons dat mogelijk te maken en steun hier.