Meten van de spiermassa bij PANFIRE

Tijdens het PANFIRE onderzoek dat bij kankerpatiënten met alvleesklierkanker plaatsvindt, is er aandacht voor: voedselinname, meten van de spiermassa, gewichtsbeloop, darmwerking en de uitscheiding van de spijsverteringsenzymen. Ook wordt de kwaliteit van leven, die nauw samenhangt met voeding, in kaart gebracht.

Het is bekend dat bij kanker de spiermassa snel afneemt, deze wordt daarom ook gemeten. Dit gebeurt met de volgende methoden:

• Bio-elektrische impedantie analyse:
  Deze methode is gebaseerd op geleiding van een kleine hoeveelheid wisselstroom, waarbij op basis van de weerstand de hoeveelheid vetmassa en vetvrije massa berekend kan worden aan de hand van een formule.
• Handknijpkracht:
  De handknijpkracht is een goedkope, snelle en eenvoudige test waarbij een patiënt knijpt in een krachtmeter. Een verminderde knijpkracht wordt geassocieerd met een hogere sterfte na een operatie.
• Inkleuren CT-scans:
  Bij mensen met kanker worden regelmatig CT-scans gemaakt om in de gaten te houden hoe de tumor zich gedraagt. Op dezelfde CT-scans kan gemeten worden hoeveel spiermassa de patiënt heeft.

Dit alles tezamen geeft een goed beeld van de voedingstoestand van de patiënt en kan reden zijn om middels gerichte voeding en bewegingsprogramma’s in te grijpen. Bij alvleesklierkanker is dit bijna altijd noodzakelijk.